Final Instructions and Benediction

1 Thessalonians 5

12 En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen; 13 En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander. 14 En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen. 15 Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen. 16 Verblijdt u te allen tijd. 17 Bidt zonder ophouden. 18 Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. 19 Blust den Geest niet uit. 20 Veracht de profetieen niet. 21 Beproeft alle dingen; behoudt het goede. 22 Onthoudt u van allen schijn des kwaads.

23 En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. 24 Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.

25 Broeders, bidt voor ons.

26 Groet al de broeders met een heiligen kus.

27 Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen worde.

28 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.

Next Book Next Book