35 En des morgens vroeg, als het nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde, ging Hij uit, en ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar. 36 En Simon, en die met hem waren, zijn Hem nagevolgd. 37 En zij Hem gevonden hebbende, zeiden tot Hem: Zij zoeken U allen. 38 En Hij zeide tot hen: Laat ons in de bijliggende vlekken gaan, opdat Ik ook daar predike; want daartoe ben Ik uitgegaan. 39 En Hij predikte in hun synagogen, door geheel Galilea, en wierp de duivelen uit.