8 En na hem richtte Israel Ebzan, van Bethlehem. 9 En hij had dertig zonen; en hij zond dertig dochteren naar buiten, en bracht dertig dochteren van buiten in voor zijn zonen; en hij richtte Israel zeven jaren. 10 Toen stierf Ebzan, en werd begraven te Bethlehem.
11 En na hem richtte Israel Elon, de Zebuloniet, en hij richtte Israel tien jaren. 12 En Elon, de Zebuloniet, stierf, en werd begraven te Ajalon, in het land van Zebulon.
13 En na hem richtte Israel Abdon, een zoon van Hillel, de Pirhathoniet. 14 En hij had veertig zonen, en dertig zoons zonen, rijdende op zeventig ezelveulens; en hij richtte Israel acht jaren. 15 Toen stierf Abdon, een zoon van Hillel, de Pirhathoniet; en hij werd begraven te Pirhathon, in het land van Efraim, op den berg van den Amalekiet.