More Sayings of the Wise

Proverbs 24

23 Deze spreuken zijn ook van de wijzen. Het aangezicht in het gericht te kennen, is niet goed. 24 Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn. 25 Maar voor degenen, die hem bestraffen, zal liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. 26 Men zal de lippen kussen desgenen, die rechte woorden antwoordt.

27 Beschik uw werk daarbuiten, en bereid het voor u op den akker, en bouw daarna uw huis.

28 Wees niet zonder oorzaak getuige tegen uw naaste; want zoudt gij verleiden met uw lip? 29 Zeg niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen; ik zal een ieder vergelden naar zijn werk.

30 Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens; 31 En ziet, hij was gans opgeschoten van distelen; zijn gedaante was met netelen bedekt, en zijn stenen scheidsmuur was afgebroken. 32 Als ik dat aanschouwde, nam ik het ter harte; ik zag het, en nam onderwijzing aan; 33 Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende; 34 Zo zal uw armoede u overkomen, als een wandelaar, en uw velerlei gebrek als een gewapend man.

Next Book Next Book