Book Filter:
Gen. Rev.
Can't find the answer are looking for?
Ask a QuestionEn de ark Gods werd genomen, en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, stierven.
De draagbomen zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet uitgetogen worden.
De Filistijnen nu namen de ark Gods, en zij brachten ze van Eben-Haezer tot Asdod.
En Obal, en Abimael, en Scheba,
Toen zonden zij de ark Gods naar Ekron; maar het geschiedde, als de ark Gods te Ekron kwam, zo riepen die van Ekron, zeggende: Zij hebben de ark des Gods van Israel tot mij rondom gebracht, om mij en mijn volk te doden.
En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark zijn, dat men de ark daarmede drage.
En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.
Want de cherubim spreidden beide vleugelen over de plaats der ark; en de cherubim overdekten de ark en haar handbomen van boven.
En al de oudsten van Israel kwamen; en de priesters namen de ark op.
En David vreesde den HEERE te dien dage, zeggende: Hoe zal ik de ark Gods tot mij brengen?
Maar Benaja en Jahaziel, de priesters, steeds met trompetten voor de ark des verbonds van God.
En al de oudsten van Israel kwamen, en de Levieten namen de ark op.
En gij zult aldaar zetten de ark der getuigenis; en gij zult de ark met de voorhang bedekken.
Daarom zonden zij heen, en verzamelden tot zich al de vorsten der Filistijnen, en zij zeiden: Wat zullen wij met de ark des Gods van Israel doen? En die zeiden: Dat de ark des Gods van Israel rondom Gath ga. Alzo droegen zij de ark des Gods van Israel rondom.
En Hadoram, en Usal, en Dikla,
Daarna zult gij in de ark leggen de getuigenis, die Ik u geven zal.
Als nu de ark des HEEREN zeven maanden in het land der Filistijnen geweest was,
En de Hivviet, en de Arkiet, en de Siniet,
En Sebanja, en Josafat, en Nethaneel, en Amasai, en Zecharja, en Benaja, en Eliezer, de priesters, trompetten met trompetten voor de ark Gods; en Obed-Edom en Jehia waren poortiers der ark.
Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.