Book Filter:
Gen. Rev.
Can't find the answer are looking for?
Ask a QuestionGod is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.
Laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela.
De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten.
Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt;
O HEERE! wat is de mens, dat Gij hem kent, het kind des mensen, dat Gij het acht?
De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.
Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid.
Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn Sterkte!
Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken.
Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.
Maar ik was oprecht bij Hem, en ik wachtte mij voor mijn ongerechtigheid.
Zo gaf mij de HEERE weder naar mijn gerechtigheid, naar de reinigheid mijner handen, voor Zijn ogen.
Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen hebben niet gewankeld.
Toen vergruisde ik hen als stof voor den wind; ik ruimde hen weg als slijk der straten.
De God, Die mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt;
Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken.
Een psalm van David. Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog;
En Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze.
Want ik heb des HEEREN wegen gehouden, en ben van mijn God niet goddelooslijk afgegaan.